“Ik kan vragen stellen als ik een (formele) brief, e-mail of ander document niet begrijp.”
Wat beheers je na het behalen van deze competentie?
Je weet aan wie je vragen kunt stellen over brieven of e-mails (van een officiële instantie)
Je kunt benoemen wat voor soort document het is
Je kunt een gerichte vraag stellen
Je kunt controleren of je het begrijpt
Hoe gaan we aan de slag?
Praktijkopdracht
Praktijkopdracht: je gaat een vraag stellen over een brief, e-mail of ander document dat je niet begrijpt.
Zoek een brief of e-mail die je niet zo goed begrijpt en bedenk een vraag hierover. Bedenk vervolgens aan welke persoon of instantie je de vraag gaat stellen. Stel de vraag en lusiter goed naar het antwoord. Controleer ook of je het antwoord goed begrepen hebt. Je neemt het gesprek op en upload de opname in het digitale portfolio.
Enkele andere voorbeelden van competenties uit dit domein
- Ik kan een afspraak maken
- Ik kan persoonlijke gegevens opschrijven (op een formulier of op internet)
- Ik kan informatie vragen in het buurthuis
- Ik weet hoe ik taalcontact kan maken, zodat ik beter Nederlands leer spreken